Sorry, uw browser ondersteunt geen JavaScript of JavaScript is uitgeschakeld. U kunt de volgende informatie bekijken:

Rensen Haarle  in de Oorlogsjaren
Logo

FAMILIE RENSEN UIT HAARLE IN DE OORLOG 1940-1945

Al op de 1e dag van de Duitse inval op 10 mei 1940 waren de Duitsers opgetrokken tot voorbij Haarle.
De grootste veranderingen werden pas in 1943 voelbaar en zichtbaar. Op 9 april 1945 werd Haarle door het Canadese leger bevrijd. Het Canadese leger, onder Canadees commando bestond voor een groot deel uit niet Canadezen, waaronder Nederlanders en Engelsen. Bron niet Canadezen: De Stentor 1-4-2025)
Op die dag sneuvelden in Haarle zowel aan Canadese als aan Duitse zijde 10 soldaten en werden 150 Duitsers krijgsgevangen gemaakt.

Albertus Johannes Rensen, roepnaam Hutten Bats en de overlevering.

A.J. RensenDe mij bekende oorlogsverhalen werden voornamelijk verteld door mijn vader Albertus Johannes Rensen geboren op 7-2-1917, op 75- jarige leeftijd is hij overleden op 3 maart 1992 in
Haarle. Hij ligt daar met mijn moeder begraven op het plaatselijke katholieke kerkhof. Mijn opa Willem Rensen was tijdens de oorlog samen met zijn vrouw, mijn oma Antonia Stephana (Toos) Boers eigenaar van de boerderij waar naast mijn vader ook mijn ooms en tantes inwoonden. Als oudse van het Rensen gezin was mijn vader voorbestemd de boerderij over te nemen, dat gebeurde vlak na de oorlog. De opa van mijn vader was Albertus Rensen 1847- 1915. Ik vertel dat omdat mijn overgrootvader eerder gehuwd was met Maria Hutte 1848 – 1879, en nadat zij op 31 jarige leeftijd overleed, hertrouwde mijn overgrootvader Albertus Rensen met Regina Veldkamp. Uit dit huwelijk werd onder anderen mijn opa Willem Rensen 1890 – 1968 geboren. Willem Rensen trouwde met Antonia Stephana (Toos) Boers 1877 – 1944 (mijn oma). Uit hun huwelijk is onder anderen mijn vader Albertus Johannes Rensen geboren, roepnaam Hutten Bats. Door het eerste huwelijk van mijn overgrootvader Albertus Rensen met Maria Hutte werd deze tak van de Rensen familie in de regio in de volksmond voortaan Hutte genoemd. Alhoewel mijn opa feitelijk geen kind van haar was werd hij voortaan Hutten Wilm genoemd en mijn vader Hutten Bats. Zijn roepnaam Bats was een afgeleide van Albertus (Bertus) Bats en zo Hutten Bats. Vrijwel iedereen in het dorp had wel zo'n plaatselijke officieuse naam. Deze bijnamen werden ook wel scheldnamen genoemd, maar voor ons was het later een erenaam. De naam Benne van de Hutte, visa versa, wordt steeds minder c.q. niet veel meer gebruikt.

Voor meer uitleg zie hier onze stamboom


Het blijversrechts bepaalde dat veehandelaar A.J. Rensen boer moest worden

In 1877 schreef de Hellendoornse notaris Dr. Cohen een boek als proefschrift over het blijversrecht. Het eerstgeboorterecht voor de oudste zoon, die de boerderij moest verkrijgen, blijft daar tot op heden onder de naam "blijversrecht" het erfrecht beheersen. Deze kennis kwam mij goed van pas op het mondelinge examen voor de beëdiging als makelaar in onroerend goed. Op grond van dit blijversrecht was mijn vader, alhoewel hij eigenlijk veehandelaar was, voorbestemd als opvolger van de boerderij van mijn grootvader Willem Rensen. Naarmate hij ouder werd gedroeg Hutten Bats zich ook steeds meer als opvolger van de boerderij. Het "handelen" heb ik ongetwijfeld van hem geleerd.

De 2e wereldoorlog 1940-1945

Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger het neutrale Nederland binnen. Dit is het begin van vijf dagen ongelijke strijd die eindigt met het bombardement van Rotterdam en de bezetting van Nederland. Alhoewel mijn vader plichts- en gezagsgetrouw was, bepaalden zijn streng katholieke geloof en zijn afkeer tegen de Duitser bezetter, die door hem steevast moffen werd genoemd, wellicht voor een groot deel zijn, in de ogen van de moffen, “subversieve” activiteiten. Die  “subversieve” activiteiten, werden door de Duitsers betiteld als zwarthandelaren of zwartlappen. Mijn vader slachte clandestien een koe en voorzag daarmee gezinnen van rundvlees producten.

Clandestien slachten en via Raalte, Scheveningen en Vucht naar Kamp Amersfoort

Alhoewel de afschuwelijke hongerwinter van 1944 nog moest komen, was er ook in de winter van 1942 - 1943 al voedselschaarste, vooral in de grote steden. Op het platteland was het gemakkelijker iets te verbouwen en te ritselen, zodoende was er voldoende te eten. Wij hadden een boerderij met een boomgaard met pruimen, bessen, kersen, appels en peren. In de moestuin werden groenten verbouwd en op het land ondermeer aardappelen en granen. Mensen van heinde en ver wisten ons te vinden, er waren ook logés uit de stad op onze boerderij. Mijn vader was destijds veehandelaar en wist precies hoe je dat "varkentje" kon wassen. In de winter van 1942 – 1943 had mijn vader clandestien een koe geritseld en geslacht. Toen een afnemer met vlees en/of vet achterop zijn fiets in het donker een Duitse patrouille zag aankomen werd hij bang en gooide zijn pakket in de berm. Helaas vonden de Duitsers dat. Ze riepen hem terug en zetten hem zwaar onder druk, waarna de naam van mijn vader werd genoemd. Mijn vader werd daarop opgepakt en overgebracht naar het politiebureau in Raalte en vandaaruit op transport gezet eerst naar Scheveningen naar das Deutsches Untersuchungs- und Strafgefängnis, maar in de volksmond kreeg het de bijnaam Oranjehotel vanwege het grote aantal verzetsmensen dat erin gevangen zat. Het is nu een nationaal monument en herinneringscentrum, daar werd hij een paar dagen ondervraagd en gevangen gehouden. Daarna ging hij op transport naar de gevangenis in Vught. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heette dat officieel Konzentrationslager Herzogenbusch. Het was een Duits concentratiekamp en werd tijdens de oorlog ook gebruikt als gevangenis en interneringskamp. Na ongeveer droe dagen werd hij wederom op transportgezet en belandde hij tenslotte in Kamp Amersfoort, waar hij op 25 juni 1943 door de familie Bosman uit Amersfoort werd bevrijd..

Klik hier voor het hele verhaal over Kamp Amersfoort

Na 25 jun 1943
Mijn vader verleende met medewerking van mijn opa Willem Rensen en oma Toos Rensen Boers, onderdak aan burgers uit steden, diverse onderduikers, neergestorte geallieerde vliegtuigbemanningen Paul D. Watson, (wij noemden hem Herman) en Ralph H. Dickson, (wij noemden hem Jan) en verleende gastvrijheid aan stedelingen (families NN) met voedselschaarste en omwille van veiligheidsaspecten.
Ralph Dickson terug op zijn onderduikadres
Van links naar rechts Boven:
Ralph Dickson zijn vrouw Betty, mijn moeder, mijn vader, zijn zus tante Na, hun broer Antoon Rensen, diens vrouw Marie en mijn zus Marietje,
Onder: (ik) Ben Rensen en Gerard Velhuis, de man van mijn zus Marietje.
Deze foto is gemaakt in mei 1986 voor ons oudelijk huis aan de Bathemerweg in Haarle, waar nu mijn broer Frans woont.

De Halifax bemanning
Van links naar rechts boven:
Paul Watson, Ralph Dickson, Don McMahon, Bill Morton
Onder:
Ian Croad, Alec Elliott, Mick Norris

Dit is de bemanning van de Halifax bommenwerper, van het 158 Squadron R.A.F., die op 5-1-1945 neerstortte naast de Raalterdijk in Haarle, ongeveer waar nu de voetbalvelden zijn. Met onder anderen linksboven Paul Watson 20 jr wij noemden hem Herman en de 3e van boven Ralph Dickson 22 jr., wij noemden hem Jan. Midden onder Piloot Alec Elliot 25 jr liet zijn bemanning voorgaan bij hun parachutesprong en was daardoor zelf te laat, hij was wel gesprongen maar werd met zijn half geopende parachute bij het vliegtuigwrak gevonden. De overige bemanning is met een geslaagde parachuutsprong geland in een groot gebied, de eerste vanaf de omgeving Nijverdal, daarna de omgeving Holten en de laatse 2 overlevenden ergens in de buurt van de Haarlerberg.

De crash

Op 5 januari 1945 om 16.45 vertrok vanaf RAF-basis Lissett in Engeland de Halifax Mk.BIII NR251 met als missie: Een bombardement op de stad Hannover in Duitsland. Na een succesvol bombardement op Hannover werd het toestel tijdens de terugvlucht neergeschoten door een Duitse nachtjager. Nadat het toestel drie afzonderlijke keren was geraakt door de nachtjager was het toestel dermate beschadigd dat het onbestuurbaar was geworden. Drie van de vier motoren waren uitgevallen, alleen de meest linkse draaide nog. Ook de radio en de radar werkten niet meer. Het vliegtuig was inmiddels afgezakt tot 5000 meter hoogte en was de aansluiting met de groep kwijtgeraakt. Toen gaf piloot Alec Elliott zijn mede bemanningsleden de opdracht het toestel per parachute te verlaten. Alec wachtte tot alle bemanningsleden het toestel hadden verlaten teneinde daarna zelf te springen, helaas was het voor hem te laat. Het toestel stortte om 20.15 uur neer naast de Raalterdijk in Haarle gemeente Hellendoorn. Alec werd dood bij het toestel gevonden met een half geopende parachute. Hij was de enige overledene. Van de in totaal zeven bemanningsleden werden er twee door de Duiters krijgsgevangen genomen en de overige vier zijn ondergedoken, waarvan twee namelijk Watson en Dickson bij Rensen. F/Lt. Elliott, die met Gladys Letitia Benton uit Innisfail, Alberta, Canada was getrouwd ligt begraven op de Algemene Begraafplaats van Hellendoorn Net als de as van mevrouw Gladys L. Elliott die sinds 29 december 2006 bij hem begraven ligt. Wilt u het hele verhaal van Ian Croad over de crash lezen?
Klik dan hier voor zijn Vaderland verhaal

Reünie

Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van Nijverdal werd ik in mei 1986 door de heer W. Poorterman namens het Stichtingsbestuur 150 jaar Nijverdal, uitgenodigd voor een reünie van een viertal overlevenden. Met mijn vader Bats Rensen (Hutten Bats), mijn oom Antoon Rensen en tante Na Mekers-Rensen waren we te gast bij deze reünie in de Budde te Nijverdal. De vier aanwezige RAF bemanningsleden waren: Mick Norris, Ralph Dickson met zijn vrouw Betty, Bill Morton en Ian Croad. Van Ralph Dickson en Ian Croad hoorde ik het hele verhaal van hun belevenissen en hun collega bemanningsleden.

Op 26 mei 1986 ontving ik van Ralph Dickson onderstaande dankbrief gericht aan mijn tante Na, mijn vader Bats en mijn oom Anton.


Ralph

De Halifax III voor het laatste nieuws


De Halifax NR251 was een van de vier No.158 Sqdn Halifaxes die tijdens deze operatie verloren gingen
Andere drie waren: MZ395; MZ432; NR190.
Een laatste update van 23-10-2017

Halifax bommenwerper

Archieffoto van een Halifax III bommenwerper

Vliegtuig, bemanning en vluchtgegevens

Halifax III - NR251 - NP-B - F/L - A. Elliott - 20:15 - Haarle,
158 Squadron - 5 januari 1945 - Operatie Hannover 1 KIA - 2 POW - 4 EVD
Bemanning: Halifax III - NR251 - NP- B - 5 januari 1945 - Operatie Hannover.,
64297        - F/L - Piloot - Alec Elliott - RAFVR - 25 jaar - KIA
                    - Sgt - Boordwerktuigkundige - WB Morton - RAFVR - EVD,
1801918    - F/S - Navigator - Albert Michael H. "Mick" Norris - RAFVR - INJ /POW
                    - F/S - Bommenrichter - Ian AH Croad - RAFVR - EVD
                    - F/S - W/Op/AG - Paul D. Watson - RAFVR - EVD,
1580930    - Sergeant - M/U Gunner - Donald "Don" McMahon - RAFVR - POW
                    - Sergeant - Achterschutter - Ralph H. Dickson - RAFVR - EVD

Verlieskaart bemanning Halifax

Engelse Piloten of parachutisten

Vaak werd er gesproken over Engelse piloten of parachutisten die bij Rensen zaten ondergedoken. In werkelijkheid was Engelsman Paul Watson de radioman en Schot Ralph Dickson staartschutter. Ze waren goed opgeleid, maar hadden geen of nauwelijks ervaring met parachuurspringen. Ralp Dickson vertelde mij dat hij ondanks zijn ruime ervaring als militair in Afrika, nog nooit gesprongen had. Ze hadden alleen voor noodgevallen een parachute bij zich. Bij zijn sprong kwam hij zo hard neer dat hij daarbij een schoen verloor, die hij ook nooit terug heeft gevonden. Met slechts 1 schoen maakte hij zich uit de voeten en kwam zo bij ons terecht. Alec Elliot was piloot en de commandant, zoals de bemanningsgegevens hierboven "F/L = Flight Lieutenant", als enige overleefde hij de crash niet.

Onder: "Onze Herman" Paul D. Watson voor zijn militaire diensttijd als fotograaf en filmprojecteur.

Paul Watson

Paul D. Watson, radioman uit de neergestorte Halifax zat als onderduiker op de hooizolder van mijn opa en mijn vader. Ze verstonden elkaar prima, de houtkachel werd gestookt met "wood in the stoof". Paul D. Watson "onze Herman" is na de oorlog regelmatig bij ons terug geweest. Hij overlaadde ons met cadeaus en maakte veel foto's. Destijds kon ik nog geen Engels maar wij verstonden elkaar prima. Wij hebben ondermeer veel van onze jeugdfoto's aan hem te danken.

Ralph Dickson

Ralph H. Dickson, sergeant staartschutter (rear gunner)

Ralph H Dickson "onze Jan"uit de neergestort Halifax III zat samen met Paul D. Watson, "onze Herman" als onderduiker op de hooizolder van de boerderij van mijn opa en vader aan de Bathemerweg 7 te 7448 PG Haarle, destijds was het adres C 146 Haarle. Toen er op een dag iemand aanhoudend rammelde aan de achterdeur de naam van mijn vader roepend, werd hij bang voor Duitsers of NSB verraders en wilde hij in goed Nederlands zeggen dat mijn vader niet thuis was. Hij kwam daarbij niet verder dan de later veel geroemde uitspraak: "Niks Bats...". Gelukkig betrof het achteraf "goed volk". Ralph Dickson is ook een paar keer terug geweest bij ons op visite zie de kleurenfoto hierboven met tante Na, mijn vader en oom Antoon, gemaakt tijdens de reünie ter gelegenheid van 150 jaar Nijverdal in 1986. Ralph is inmiddels overleden, maar zijn dochter Gillian is onlangs (2025) bij mijn broer Frans in het ouderlijkhuis aan de Bathemerweg 7 in Haarle op bezoek geweest.

Nog meer onderduikers

Ongeveer 3 weken voor de bevrijding namen mijn opa en mijn vader nog 3 onderduikers op, die in het kippenhok op ons veld, nabij de Oude Deventerweg werden ondergebracht. Met vindingrijkheid, voorzichtigheid en waakzaamheid is het gelukt deze onderduikers gescheiden te houden van de "Tommies". De vliegtuigbemanning Paul (Herman) Watson en Ralf (Jan) Dickson. Ze hebben elkaar nooit opgemerkt. De angst bestond namelijk dat beide groepen gezamenlijk voor henzelf, maar ook voor ons gezin gevaarlijke verzetsactiviteiten zouden organiseren en daarbij ontdekt zouden worden. Dat was passen en meten want je kon nooit weten wie er aan de deur kwam, van moffen, landwachters tot andere personen en voedselzoekers. Op zondag 1 april 1945 werd het zeer spannend, omdat toen overal in de omtrek inkwartiering kwam. Bij inkwartiering werden burgers gedwongen Duitse soldaten in huis te laten verblijven. Gelukkig liep dit uiteindelijk allemaal goed af.

Oorlogsbronnen Haarle

Verzetstrijders als verzetsman Gerrit Piksen

Gerrit Jan Piksen    Verzetsmonument

Aan de Haarlerweg in Espelo staat het Stevens verzetsmonument waar ook Gerrit Jan Piksen wordt herdacht.

Op 14 september 1944 zag mijn vader dat leeftijdgenoot en verzetsheld Gerrit Piksen in de Sebastianus school in Haarle, gruwelijk mishandeld werd tijdens een ondervraging. Hij was bij een razzia van de moffen gevangen genomen. Hij had veel informatie over het verzet, maar bleef heldhaftig en sloeg niet door. Zo redde hij het leven van vele verzetsmensen. Toen Gerrit Piksen in een onbewaakt moment mijn vader papieren wilde toeschuiven, werden ze betrapt en vroegen de ondervragers: “Waar kennen jullie elkaar van?” mijn vader wachtte het antwoord van Gerrit Piksen niet af en riep luidkeels, zodat Gerrit Piksen een alibi had: “Hij hef knién van mie koch” (Hij heeft konijnen van mij gekocht.) Waarschijnlijk droeg ook de invaliditeit en het mank lopen van mijn vader er aan bij dat het voor hem met een sisser afliep. Gerrit Piksen werd op 14-9-1944 door de moffen gefusilleerd en 8 dagen daarna door een patrouillerende Marechaussee met hond gevonden in de "Twiegweerd" op een steenworp afstand van onze boerderij en onze “Schure van Wim” nogmaals in de Twiegweerd.

Haarle werd op 9 april 1945 door Canadese militairen bevrijd van de Duitsers.

Naar Haarle oprukkende Canadezen

De routemap van de Canades geallieerden die
Haarle op 9 april 1945 in één dag hebben bevrijd.

Bij en voor de bevrijding van Haarle op 9 april 1945 kwamen deze strijders om het leven:

Ter nagedachtenis aan de bevrijders van Haarle

Een 10-tal Duitsers werd ook begraven bij de boerderij van Nahuis in de buurt van het latere oorlogsmonument.
In Haarle werden ongeveer 150 Duisers krijgsgevangen gemaakt.

Begraafplaats gesneuvelden 9-4-1945

Later zijn deze graven overgebracht naar het Canadese kerkhof in Holten.

Op 11 mei 1947 werd het definitieve bevrijdingsmonument in Haarle (gemeente Hellendoorn) onthuld, ter herinninnering
aan de bevrijding van Haarle op 9 april 1945 met name aan de tien Canadezen die tijdens deze operatie zijn gesneuveld.

Bevrijdingsmonument Haarle

Dit monument is onthuld op 11 mei 1947 en 80 jaar na de bevrijding op 9 april 2025 voorzien van een nieuwe plaquette.

De bevrijding van Haarle

Deze fraaie video werd gemaakt door vrijwilligers van de Stichting Marke Haarle.
Het laat de routes en het verloop van de strijd om en de bevrijding van Haarle op 9 april 1945 zien.
Waar gesproken wordt over Engelse piloten wordt ondergedoken vliegtuigbemanning bedoeld.
De routes gingen niet altijd over bestaande wegen, maar vaak ook dwars door akkers, weilanden en bossen.

Mijn opa Willem Rensen ontving voor de hulp aan geallieerde soldaten een schriftelijk eerbewijs namens de toenmalige opperbevelhebber
en latere President van de Verenigde Staten van America, Dwight Eisenhower.

Amerikaanse generaals
Amerikaanse generaals op de foto van links naar rechts
zittend:
William H. Simpson , George S. Patton, Jr. , Carl Spaatz , Dwight D. Eisenhower , Omar Bradley , Courtney H. Hodges en Leonard T. Gerow ;
staand:
Ralph F. Stearley , Hoyt S. Vandenberg , Walter Bedell Smith , Otto P. Weyland en Richard E. Nugent

Dankbetuiging

Hieronder ziet u een afbeelding van de dankbetuiging die mijn opa Willem Rensen ontving na de oorlog namens generaal en latere president Eisenhower:

Dankbetuiging van de President van de VS.

De President van de Verenigde Staten van Amerika heeft mij opgedragen om Willem Rensen de dankbaarheid en waardering van het Amerikaanse volk te betuigen voor de dappere dienst bij het helpen ontsnappen van geallieerde soldaten van de vijand."
Ondertekend door: Dwight D. Eisenhower, Generaal van het Leger, Commandant Generaal van de Verenigde Staten Strijdkrachten Europees Theater.

RAF Royal Airforces Escaping Society

Mijn vader ontving postuum een dankbetuiging van de Britse RAF, Royal Airforces Escaping Society.
Die dankbetuiging staat op zijn graf op het kerkhof in Haarle.

Oorlogsbronnen over Abertus Rensen

Hier kunt u online het boek lezen van Jim de Kempenaar over Haarle in de oorlogsjaren 1940-1945

Hoe de Canadezen de boerderij van mijn opa W. Rensen bereikten

Het verhaal over mijn opa W. Rensen

De laatste rustplaats van mijn vader A.J. Rensen alias Hutten Bats

Crash en onverwacht familioebezoek van nabestaanden

Op 6 maart 2025 bezocht de dochter van Ralph Dickson zowel de crasch locatie van Bloeme als de schuiplaats bij Frans Rensen 
Klik hier voor meer informatie over de crash- en het schuiladres met een ontmoeting op 6 maart 2025

Onderduikers en logés

Op onze boerderij waren nog meer onderduikers, Engelsman Paul Watson en Schot Ralph Dickson zaten op de hooizolder van de boerderij. In het kippenhok in het bos nabij de Oude Deventerweg zaten nog drie andere onderduikers waarvan wij de namen niet meer konden achterhalen. Wat we wel weten is dat mijn vader c.s. erg bezorgd waren dat die twee groepen elkaar zouden vinden en zo onbedoeld voor het gezin gevaarlijke acties op touw zouden zetten.

Deze publicatie heb ik kunnen maken met de hulp van de familie Bosman, mijn broers en zussen, Stichting Marke en vele anderen.
Hartelijk dank daarvoor, heeft u suggesties, aanvullingen, correcties, opmerkingen of vragen, mail ze mij a.u.b. via Contact

Namens alle betrokkenen met hartelijke groet,
Ben Rensen
Duikerstraat 15
7425 AT Deventer
Mobiel: 06 46 789 165

Klik hier om contact met ons op te enemen voor vragen of aanvullingen

Klik hier om terug te gaan naar de homepagina